Appelboompjes :Malus Ecolette halfstam                                                                                          

Grondsoort :

• Elke goede tuingrond, maar kalkrijk en voedingsrijk heeft de voorkeur

Standplaats :

• Zonnige plek of halfschaduw

Hoogte :

• +- 200cm bij halfstam

Bloei :

• Apr – mei

Vruchten :

• September , oktober

Smaak :

• Sappig en zoetzuur. Beetje zoals Elstar

Winterhard :

• Ja,hoewel het vruchtbeginsel iets gevoelig kan zijn voor late vorst

Extra :

• Het ras Ecolette heeft als voordeel dat hij veel gezonder en veel ziekteresistenter is. De Ecolette is een zelfbestuivend appelras, hij heeft dus geen bestuiver nodig om vruchten te krijgen. Maar Ecolette doet het vaak beter en geeft meer appels als er naast de zelfbestuiving ook kruisbestuiving plaatsvindt met een ander appel- of perenras. Wij wilden ook perenboompjes en ons werd daarom de zelfbestuivende Pyrus Concorde aangeraden.

Snoeien :

• Snoei in de winter:  dus in december, januari of februari. Hierdoor oogst je later in het jaar lekkerder fruit.
• Door overtollige takken weg te snoeien, kan de boom zijn energie namelijk steken in het maken  van appels. Ook verbetert de luchtcirculatie waardoor plagen en ziekten minder kans krijgen. Probeer elke winter 10-20% van de kruin van de appelboom weg te halen. Werk rondom en snoei overal evenveel weg.
• Gebruik scherp en schoon gereedschap.

Snoeien in 5 stappen : 

• 1-Verwijder alle dode, beschadigde of zieke takken. Snoei ook gezonde takken die erg dicht op elkaar staan of tegen elkaar schuren. Snoei terug tot op een hoofdtak of tot een gezonde, naar buiten gerichte knop.
• 2-Dun een deel vd takken uit. Verwijder uitlopers die richting het midden vd boom groeien. Dit verbetert de luchtcirculatie in de kruin, wat helpt ongedierte en ziektes te verminderen. Kort ook meteen de takken in waar je niet meer bij kunt.
• 3-Verwijder overtollige vruchtsporen. Dit zijn korte, knobbelige scheuten met dikke knoppen. Snijd deze zo dicht mogelijk bij de hoofdtak af.
• 4-Kort jonge, sterke scheuten die het afgelopen seizoen zijn gekomen terug tot de helft. Snijd ze net boven een naar buiten gerichte knop af. Dit stimuleert de groei van nieuwe scheuten die vruchtsporen zullen produceren.

Jonge appelbomen snoeien : 

• Jonge appelbomen snoei je de eerste 2 tot 5 jaar vooral om een stevige basis te vormen. De gesteltakken, de onderste takken aan de stam moeten stevig en sterk worden. Dit doe je door ze de eerste jaren ongeveer 1/3^e in te korten aan het begin van het groeiseizoen, in februari/maart

Voeding volwassen boom :

• Kalk in februari  (bv natuurlijk zeewierkalk)
• Mest in maart en september  : In maart geef je een handje (niet meer!) gedroogde koemestkorrels. Als de grond erg arm is, bv pure zandgrond, dan kun je in september nog een half handje koemestkorrels geven zodat de boom daarvan nog gebruik kan maken tijdens zijn 2^e jaarlijkse groeispurt die in september en oktober plaatsvindt .
• Stikstof in de vorm van compost in maart  : Goed voor het bodemleven            Laagstam : kleine emmer compost of 2 emmers houtsnippers.                            Halfstam : Halve kruiwagen compost of anderhalve kruiwagen houtsnippers Belangrijk! Leg de compost daarbij niet direct tegen de stam, maar laat zeker een cirkel van 30cm vanaf de stam vrij.

Voeding jonge boom :  

• Kalk in februari (bv natuurlijk zeewierkalk)
• Mest : Een jonge, zojuist aangeplante appelboom krijgt geen mest! Vaak zijn wortels beschadigd door het verplanten of nog niet volledig ontwikkeld en is mest te scherp
• Koemestkorrels : Als de jonge appelboom fruit gaat dragen, kun je in maart wel koemestkorrels geven omdat hij die voedingsstoffen dan echt heeft.
• Stikstof in de vorm van compost in maart : Omdat jonge fruitbomen tijdens de groei veel stikstof nodig hebben, mag je ze zolang ze groeien (laagstam: 1-4 jaar, halfstam: 3-7 jaar na aanplant) ongeveer 1/3^e meer compost geven. Belangrijk! Leg de compost daarbij niet  direct tegen de stam, maar laat zeker een cirkel van 30cm vanaf de stam vrij. Ook de entknobbel moet altijd vrij blijven
• Stikstof in de vorm van groenbemesters : Bij halfstam kun je de bodem onder de boom (de boomspiegel) ook bedekken met een groenbemester die qua voeding niet gaat concurreren met de fruitboom. Het beste is om hiervoor rode of witte klaver te gebruiken omdat die stikstof zal vrijgeven aan de boom.
• Stikstof door brandnetelgier: Brandnetelgier bevat naast veel minerale stoffen ook stikstof. Dit is goed voor de bladvoeding, bevordert het bodemleven en is werkzaam tegen bladluis. Het heeft ook een licht schimmelwerend effect. Hoe : meng 1 kilo brandnetelbladeren per 10 liter water en een handvol lava- of ander gesteentemeel. Daarna dagelijks roeren. Na 1 tot 2 weken is de vloeistof uitgegist en is de gier gebruiksklaar. Voor gebruik verdunnen, 1 op 10!

Ziektes 

• Bladluis : Probeer dan een zachte zeep oplossing door in een spray te mengen :    10 liter water + 150 gram Driehoek-zeep (per 10 liter water) + een halve liter brandspiritus (per 10 liter zeepoplossing) + een eetlepel kalk + een eetlepel zout. Deze verhoudingen kun je natuurlijk aanpassen om kleinere hoeveelheden te kunnen maken door alles te halveren of door 4 te delen. Dit mengsel spray je op de bladluizen. Het is een contactmiddel en werkt alleen bij direct contact met de bladluizen. Richt dus goed op de onderkant van omgevouwen bladeren om de bladluizen direct met het mengsel te kunnen raken.
• Brandnetelgier is ook werkzaam tegen bladluis. Recept staat bij voeding.

Perenboom Pyrus Concorde halfstam                                                                                          

Grondsoort :

• Elke goede tuingrond, maar voor goede oogst is vochthoudende vruchtbare grond vereist.

Standplaats :

• Zonnige plek of halfschaduw

Hoogte :

• +- 200cm halfstam

Bloei :

• Apr – mei

Vruchten :

• Eind september /begin oktober

Smaak :

• Sappig en zoetzuur. Beetje zoals Elstar

Winterhard :

• Ja, hoewel het vruchtbeginsel iets gevoelig kan zijn voor late vorst

Extra :

• De Concorde is erg ziekte restistent en niet schurftgevoelig. Over het algemeen zijn er geen bestrijdingsmiddelen nodig om de boom gezond te houden
• De concorde geeft als hij alleen staat wel fruit, maar voor een betere opbrengst is het veel beter om hem samen met een andere peren- of appelboom te planten zodat er kruisbestuiving kan plaatsvinden. Omdat wij naast perenboompjes ook graag appelboompjes wilden, is ons een combinatie met appelboom Ecolette aangeraden.
• Een nadeel van de Concorde boom is de zeer trage groei. Vooral op jonge leeftijd is de Concorde maar een ielig boompje die bijna niet groeit, en ook zeker geen fruit draagt. Na enkele jaren komt er toch wat meer groei in de boom, al zal de Concorde altijd smal en klein blijven vergeleken met andere peren. Wat ook na enkele jaren op gang komt is de productie, die daarna regelmatig en goed is.
• De peren mogen niet aan de boom rijpen: dan worden ze buikrot. Peren zijn plukrijp als ze van donkergroen wat gelig beginnen te worden, en zodra de steeltjes op het punt waar ze de takken raken beginnen te zwellen. Ze worden geplukt met een opwaartse draaiende beweging. Laten ze niet los, dan zijn ze nog niet plukrijp. Na het plukken bewaar je de peren het beste eerst 1 of 2 weken op een koele, donkere plaats en kunnen ze daarna verder rijpen op een warmere, donkere plek.
• Perenbomen zijn pas laat vruchtbaar, het kan wel 6 tot 8 jaar duren voordat de eerste peren geoogst kunnen worden.

Snoeien :

2 doelen :

• 1-het ontwikkelen van een evenwichtige kroon met niet teveel gesteltakken.
• 2-om vruchten te krijgen moet de boom vruchtlot, of spoortjes gaan vormen.

Wanneer :

• Tussen begin december en eind februari, wanneer de groei stil staat, en wanneer het niet harder vriest dan -5 graden

Hoe: 

• De snoei van een nog jonge perenboom gaat in fases van een paar jaar. Om veel vruchten te kunnen krijgen moet het snoeien op een bepaalde manier gebeuren. Lees hiervoor het beste de informatie die staat op :  https://appeltern.nl/nl/tuinadvies/tuinieren/hoe_snoei_ik_een_perenboom

Voeding :

• Kalk in februari (bv natuurlijk zeewierkalk)
• Jonge boom mest : Geef een jonge, zojuist aangeplante appelboom geen mest. Vaak zijn de wortels beschadigd door het verplanten of gewoon nog niet volledig ontwikkeld en is mest te scherp. Jonge boom die fruit gaat dragen : kun je in maart wel koemestkorrels gaan geven omdat hij die voedingsstoffen dan echt nodig heeft.
• Volwassen boom mest : in maart en september. In maart geef je een handje (niet meer!) gedroogde koemestkorrels. Als de grond erg arm is, bv pure zandgrond, dan kun je in september nog een half handje koemestkorrels geven zodat de boom daarvan nog gebruik kan maken tijdens zijn 2^e jaarlijkse groeispurt in september en oktober 
• Stikstof in de vorm van compost  : In maart. Omdat jonge fruitbomen tijdens de groei veel stikstof nodig hebben, mag je ze zolang ze groeien (laagstam: 1-4 jaar, halfstam: 3-7 jaar na aanplant) ongeveer 1/3e meer compost geven. Belangrijk! Leg de compost daarbij niet  direct tegen de stam, maar laat zeker een cirkel van 30cm vanaf de stam vrij. Ook de entknobbel moet altijd vrij blijven
• Stikstof in de vorm van groenbemesters : Bij halfstam kun je bodem onder de boom (de boomspiegel) ook bedekken met een groenbemester die qua voeding niet gaat concurreren met de fruitboom. Het beste is om hiervoor rode of witte klaver te gebruiken omdat die stikstof zal vrijstellen aan de boom.
• Stikstof door brandnetelgier: Brandnetelgier bevat naast veel minerale stoffen ook stikstof. Dit is goed voor de bladvoeding, bevordert het bodemleven en is werkzaam tegen bladluis. Het heeft ook een licht schimmelwerend effect. Hoe : meng 1 kilo brandnetelbladeren per 10 liter water en een handvol lava- of ander gesteentemeel. Daarna dagelijks roeren. Na 1 tot 2 weken is de vloeistof uitgegist en is de gier gebruiksklaar. Voor gebruik verdunnen, 1 op 10!

Ziektes :

• Bladluis : Probeer dan een zachte zeep oplossing door in een spray te mengen :    10 liter water + 150 gram Driehoek-zeep (per 10 liter water) + een halve liter brandspiritus (per 10 liter zeepoplossing) + een eetlepel kalk + een eetlepel zout. Deze verhoudingen kun je natuurlijk aanpassen om kleinere hoeveelheden te kunnen maken door alles te halveren of door 4 te delen. Dit mengsel spray je op de bladluizen. Het is een contactmiddel en werkt alleen bij direct contact met de bladluizen. Richt dus goed op de onderkant van omgevouwen bladeren om de bladluizen direct met het mengsel te kunnen raken.
• Brandnetelgier is ook werkzaam tegen bladluis. Recept staat bij voeding.

Wat moet wanneer?